1. Aware Parenting en hoe om te gaan met huilen en driftbuien bij jonge kinderen.

    10 juni 2022 by cborggreve

    Aletha J. Solter

    Om bij te blijven als kinder- en jongerencoach en uit interesse voor het werkveld las ik een paar boeken van Aletha J.Solter: Het ongedwongen kind (ruimte geven en grenzen stellen aan kinderen van 2 tot 8 jaar) en De taal van huilen.

    Zij is een ontwikkelingspsychologe die in de VS een instituut heeft opgericht: de Aware Parenting Institute. Haar ‘bewust opvoeden’ is gebaseerd op hechting tussen ouder en kind, een niet-straffende opvoedingsstijl en het accepteren van emotionele ontlading.

    Hoe ga ik om met driftbuien van mijn dochter?

    Toevallig coachte ik in die tijd een ouderpaar dat graag wat tips wilden hebben om met hun dochter van vier om te gaan die last had van driftbuien.

    Vooral de moeder voelde zich te kort schieten in haar rol als moeder en vroeg zich af of ze wel een goede moeder was omdat een van haar kinderen zoveel driftbuien had waarbij ze heel boos op haar ouders kon worden en “rotmoeder, ik haat je” en nog meer van die dingen kon schreeuwen. De moeder verzekerde me dat ze er alles aan deed om goed naar haar dochter te luisteren, haar goed voor te bereiden op de dag, of als er veranderingen in het dagritme plaats zouden vinden dat uitgebreid uit te leggen. Beide ouders waren heel liefdevol en geduldig en toch hadden ze veel last van de driftbuien van hun dochter.

    Driftbuien en huilen als gezonde ontlading

    In de boeken van Aletha Solter las ik hierover: driftbuien kan je beschouwen als gezondmakend mechanisme. Een kind maakt op een dag zoveel mee en loopt tegen zoveel frustraties aan dat het behoefte heeft om de stress die dat geeft te uiten. Een goede manier om dat te doen is om te huilen of een driftbui te krijgen. Dat geeft een ontlading en daarna gaat het kind weer ontspannen verder.

    Als ouder is het goed om zo naar huil- en driftbuien te kijken, dan ga je er vast ontspannener mee om en voel je je niet in je hoedanigheid als ouder aangesproken.

    Hou je kind liefdevol vast

    Als een kind huilt en je weet dat het geen schone luier hoeft, of voeding nodig heeft of iets anders belangrijks, kan je je kind (dat geldt ook al voor babies) het beste vasthouden en laten voelen dat het mag huilen. Dus geen afleiding bieden met een fles, borst of speen, of iets anders. Gewoon in je armen houden en zeggen: “huil maar hoor” of “je bent verdrietig hè?” of iets dergelijks. Net zolang tot je baby of kind weer rustig is. Dat kan soms wel lang duren, wel anderhalf uur misschien en als je dat gaat doen nadat je al van alles hebt geprobeerd met je kind, kan dat wel een paar dagen duren voordat je het gevoel krijgt dat het gaat werken.

    Hetzelfde geldt voor driftbuien: houdt je (tegenspartelende) kind stevig, maar liefdevol vast en vertel hem of haar dat je begrijpt dat het boos/gefrustreerd/machteloos etc is. Net zolang tot het ophoudt met spartelen en een huilbui krijgt. Laat het dan gewoon uithuilen in je armen en daarna zal het opgelucht zijn en vrolijk verder spelen.

    Ik heb zelf geen kleine kinderen meer en heb het dus niet zelf in praktijk kunnen brengen, maar de boeken van Aletha Solter spraken me erg aan. Ik zou ouders willen zeggen: lees een van haar boeken en ga het in praktijk brengen.

    Succes!


  2. Als een ouder uit beeld is. Wat vertel je je kind?

    12 april 2021 by cborggreve

    Ik krijg wel eens moeders (nog geen vaders, maar dat kan natuurlijk ook als moeder uit beeld is) bij mij met de vraag: ‘Wanneer moet ik beginnen te vertellen over vader? Of moet ik überhaupt wel vertellen over vader? Of ik wil niet vertellen over vader, maar als mijn kind vragen gaat stellen, wat kan ik dan doen?’

    Ik wil graag wat suggesties geven hoe je het kan aanpakken.

    Daarbij wil ik met nadruk zeggen dat ik het niet wil hebben over ouderverstoting: waarbij de ene ouder het kind bewust weghoudt bij de andere ouder. Of over een kind voortgekomen uit misbruik. Dat zijn heel gevoelige, verdrietige en complexe situaties, waar professionals, die hierin gespecialiseerd zijn, bevoegd zijn om te adviseren.

    Het gaat hier om een van de ouders die zelf het contact heeft verbroken.

    1. Praat met respect over de andere ouder zodat het kind loyaal kan zijn aan de verdwenen ouder: kinderen moeten loyaal kunnen zijn aan beide ouders.
    2. Als je als ouder nare dingen hebt meegemaakt wat betreft de andere ouder en misschien zelfs een trauma hebt, zoekt goede hulp voor jezelf. Dat geeft de meeste kans dat je je kind niet met je eigen boosheid belast. Je mag natuurlijk best boos of verdrietig zijn nu en dan, emoties horen bij het leven, en leg je kind dan gewoon uit wat er aan de hand is (altijd met respect voor de ander!) Zeg daar dan ook bij dat je boos of verdrietig bent, maar dat dat niet erg is, en dat je ermee om kan gaan en/of goede hulp van anderen hebt. Zo zorg je ervoor dat je kind niet angstig wordt, onzeker en zelf in de ‘hulpstand’ gaat staan. Geef je kind het vertrouwen dat jij als volwassene het redt. Lukt dat niet, vraag dan hulp.
    3. Begin al met vertellen over de andere ouder als je kind een baby is te . Zet een foto neer, maak een fotoboek met foto’s van familieleden, foto’s waar jullie samen op staan (als je die hebt), teken, schrijf verhaaltjes op wat jullie samen meegemaakt hebben. Vraag anderen, familieleden of vrienden om iets te schrijven of te tekenen. Zet er een groot hart in bij de geboorte van jullie kind, laat weten dat het gewenst was, dat je kind je gelukkig maakt. Teken een stamboom, zodat je kind weet hoe de familie in elkaar zit.
    4. Zorg dat je een veilige baken bent voor je kind, bij wie je kind altijd mag en kan praten.
    5. Vertel of het mogelijk is dat het kind zelf contact zoekt als het er aan toe is, met de verdwenen ouder of met familieleden. Alles wel in het belang van het kind.
    6. Praat op het niveau van het kind en wees zo eerlijk mogelijk. Ook de minder mooie dingen mogen verteld worden, maar altijd met respect voor de verdwenen ouder.
    7. De achtergebleven ouder gaat vaak in de overlevingsstand, wordt een soort Mama Beer. Die wil vaak moeder en vader tegelijk zijn en het ook nog eens heel goed doen. Ga na of je dat ziet bij jezelf en probeer er over te praten met mensen uit je omgeving en laat wat meer los.
    8. Als je het heel moeilijk vindt om over de verdwenen ouder te praten: vraag hulp van iemand uit je directe omgeving. Vraag of die met foto, fotoboekje etc je kind wil vertellen over de verdwenen ouder. En ga praten met een professional over je verdriet en/of boosheid.
    9. Als een kind er behoefte aan heeft om eens met iemand anders te praten: ga naar een speltherapeut, kindercoach of psycholoog.

    Onthoudt: als ouder kan je sowieso niet ideaal zijn; elke ouder maakt fouten. Leg jezelf niet te veel langs de lat. Mijn kinderen zijn volwassen en als ik terugkijk op de opvoeding die ik hun heb gegeven zou ik heel wat dingen heel anders hebben gedaan. Maar daar moeten zij en ik maar mee dealen!


  3. Kindbehartiger

    28 april 2017 by cborggreve

    img_6502

    Een mooi woord: Kindbehartiger: de belangenbehartiger én vertolker van de stem van het kind bij scheidingen.
    Marieke Lips van Kindbehartiger heeft dat woord bedacht, de rol ontwikkeld en is aan de weg aan het timmeren om de Kindbehartiger als volwaardige speler op te nemen, ook aan de voorkant van het juridisch speelveld.

    Ik werk samen met of verwijs door naar Kindbehartigers bij de hulp aan kind en ouders bij scheidingen.
    In veel gevallen, bijvoorbeeld bij de hulp aan kinderen die met vragen zitten of boos of verdrietig zijn kan ik als kindercoach hulp bieden. Ook als het gaat om de stem van het kind te laten horen bij het opstellen van een ouderschapsplan. Bij ingewikkelder zaken, als een kind bijvoorbeeld door de rechter gehoord gaat worden, of als ouders in een groot conflict terecht zijn gekomen of als er ouderverstoting dreigt, verwijs ik door naar een Kindbehartiger.

    Wat kan ik doen voor kinderen in een scheidingssituatie?

    Een casus uit mijn praktijk:

    Twee jongens (7 en 9 jaar) werden door hun vader aangemeld voor hulp. De ouders waren niet getrouwd en hadden besloten uit elkaar te gaan. Dit ging met nogal wat problemen gepaard, dus daarom hebben beide ouders besloten om hulp te vragen aan mij als kindercoach om van de kinderen te horen wat hun wensen ten aanzien van een ouderschapsplan zijn.
    Ze wilden graag dat hun kinderen aan een onafhankelijke derde hun wensen en behoeftes konden uiten, zonder daarbij (onbewust) door de ouders beïnvloed te worden.
    Ook wilden ze dat ik met hun kinderen de zorgen, het verdriet en de boosheid en andere gevoelens omtrent de scheiding besprak of bespreekbaar zou maken.

    Allereerst sprak ik met beide ouders. In dit geval hadden ouders gevraagd om een apart gesprek.
    Zo konden beiden hun verhaal kwijt. Ik ben ingegaan op het verdriet en het verlies dat onder de situatie lag. In die gesprekken kwamen we tot de hulpvraag: de kinderen leren omgaan met de scheiding, hun gevoelens en vragen hieromtrent delen met mij en samen nagaan wat het beste voor hen is: hoe we samen met de ouders tot een goed ouderschapsplan kunnen komen.
    Toen dat voor beide ouders duidelijk was (omdat ik aparte gesprekken voerde, heb ik schriftelijk de hulpvraag teruggekoppeld) heb ik een intake gedaan met met vader en zonen (ouders hadden aangegeven dat ze dat zo wilden) waarin de hulpvraag centraal stond en ging ik na of hun kinderen die hulpvraag begrepen en dezelfde hulpvraag hadden. Dat was in dit geval zo.

    Ik ben toen met de kinderen gaan werken. In dit geval met de kinderen samen, maar als dat nodig is, werk ik met ze apart. We zijn het verhaal van de scheiding gaan tekenen en opschrijven. De kinderen konden met hun vragen bij mij terecht, ik ben ingegaan op de loyaliteit tegenover beide ouders en heb psycho-educatie gegeven: volwassenen zijn er om hun eigen conflicten op te lossen, als kind hoef je daarvoor geen zorg te dragen. Je mag van beide ouders evenveel houden, maar je mag ook boos en verdrietig zijn.
    We hebben hun wensen en verlangens op een rijtje gezet: zij wilden bijvoorbeeld graag dat hun vader mee zou blijven gaan naar sport en dat hun moeder zou blijven helpen op school en dat ze één keer in de maand bij grootouders van moeders kant mochten logeren. Ook wilden ze niet met schoolspullen en kleren heen en weer sjouwen. Daar moesten hun ouders zorg voor dragen.

    Dit en een heleboel andere dingen hebben we zorgvuldig genoteerd en heb ik later aan beide ouders (de kinderen hadden aangegeven dat ze niet bij dat gesprek wilden zijn) voorgelegd en met hen besproken. De ouders waren gelukkig in staat om samen te komen.
    Het werd een fijn gesprek en ik had er veel vertrouwen in dat het hen zou lukken om hun kinderen veilig en gezond te laten opgroeien.

    De laatste sessie met de kinderen heb ik benut om samen een taart te bakken als afsluiting van de coaching. Die taart gingen ze met z’n vieren lekker opeten.


  4. Nieuw! E-coaching voor ouders en kinderen.

    8 januari 2017 by cborggreve

    img_5624

    Jongeren vinden het vaak prettig om vanuit hun eigen kamer, achter hun eigen laptop, gecoacht te worden. Met hen skype, mail of chat ik, zodat ze zich in hun eigen tijd kunnen laten coachen. Kijk op: charlottejongerencoaching voor meer informatie.
    In Amerika is e-coachen meer en meer in opkomst en omdat ik regelmatig vragen krijg van ouders buiten Amsterdam, heb ik ook voor ouders en kinderen (van 6-12) een manier ontwikkeld om door mij op afstand gecoacht te worden.

    Wat is e-coaching en wat kan ik voor je betekenen?

    • E-coaching is coachen op afstand: ik geef je tips en opdrachten om samen met je kind te gaan doen, zodat je kind (en jij) binnen een paar weken van een probleem een vaardigheid heeft gemaakt, daarmee gaat oefenen en het uiteindelijk voor elkaar krijgt om het probleem op te lossen, ermee om te leren gaan of het om te buigen naar iets positiefs.
    • Voor de coaching is het noodzakelijk dat je mijn boek: Hoe houd je het gezellig thuis? 30 manieren om je kind en jezelf op te voeden (€16,95 Uitgeverij Rubinstein), aanschaft. We zullen namelijk regelmatig uit het boek werken (spelletjes doen of schema’s invullen en dagboeken bijhouden.)
    • Je koopt een strippenkaart voor 5 keer coachen bij mij: €125 (bij minder krijg je restitutie achteraf). NL47INGB 0004767129 (C.A.J.Borggreve) o.v.v. Strippenkaart en naam kind.
    • Je vult een behandelovereenkomst in en dan gaan we aan de slag.
    • Het is handig om een vaste dag en tijd af te spreken dat je met je kind gaat zitten om hem/haar te coachen. Zorg voor rust (niet laten storen door andere kinderen of telefoon) en neem de tijd (30 minuten tot een uur). Wij kunnen ook een vaste dag afspreken dat ik reageer en met oefeningen/suggesties kom, maar je kunt tussendoor ook vragen stellen. Als je kind me wil mailen mag dat natuurlijk altijd.
    • Ik mail je een vragenformulier om samen met je kind in te vullen in de eerste sessie (noem het “intake”). Samen met wat je me mailt over je kind en waar jullie mee zitten, krijg ik een goed beeld van je kind en wat het wil leren. Ik help je om samen met je kind van het probleem een vaardigheid te maken.
    • Daarna krijg je wekelijks een uitgebreide mail van mij met suggesties voor oefeningen en spelletjes uit mijn boek en/of ik mail je op maat gemaakte dagboeken of schema’s. Je krijgt advies hoe je het beste met je kind kan praten, welke oefeningen goed zijn om te doen. Sommige doe je samen met (je gezin en) je kind, sommige doet je kind alleen. Je kan me vragen stellen, en je kind uiteraard ook. Alles bij elkaar staat elke strip (van de strippenkaart) voor een uitgebreide mail met advies, aanmoediging en oefeningen en wat kortere mails waarin ik antwoord geef op vragen.
    • Hou er rekening mee dat bij coaching er een golfbeweging plaats heeft, er kan, nadat je verbetering hebt gezien, opeens een dip komen. Houd dan moed en houd vol! In mijn boek kun je suggesties vinden hoe je dat aanpakt en uiteraard ben ik er om je met raad en daad bij te staan.Heb je er zin in? Ik wel!
      Wil je eerst nog meer weten? Bel of mail me.

  5. Nieuw boek in de maak!

    16 februari 2016 by cborggreve

    Hoe houd je het gezellig thuis? 30 manieren om je kind en jezelf op te voeden.

    Bekijk hier de trailer.

    Publicatiedatum 23 april 2016. Uitgeverij Rubinstein

    Charlotte Borggreve Kinder- en Jongerencoach

    Dit boek is voor ouders, kinderen, jongeren en professionals en geeft spellen, opdrachten en suggesties om beter met elkaar te communiceren, gedrag te veranderen en samen op een leuke en speelse manier doelen te bereiken. Een boek dat ouders en kinderen kunnen gebruiken als ze even door een lastige periode gaan of als zij er samen niet zo één-twee-drie uitkomen. Als ze het gevoel hebben dat ze langs elkaar heen praten, niet op één lijn zitten of als het contact wat moeizaam is. Of om samen te zorgen dat de sfeer in huis goed blijft of wordt.

    En voor iedereen die professioneel met kinderen en jongeren werkt of wil werken en die spelletjes, werkvormen, creatieve ideeën zoekt.

    De illustraties maken er een vrolijk en luchtig boek van. Met schema’s die je over kunt nemen en die er aantrekkelijk uitzien voor kinderen en jongeren. Met spelletjes en vrolijk gekleurde kwaliteitenkaartjes of huisjes (bij echtscheiding) die je kan kopiëren en uitknippen.

    Denk daarbij aan:

    • Spelletjes zoals het kwaliteitenspel of ganzenbord (om veranderingen te realiseren) of een spelletje om emoties te leren herkennen.
    • Handige dagboeken om gewoontes te veranderen, zoals een droogdagboek, slaapdagboek.
    • Omgaan met boosheid of angst met leuke ideeën (een woedejas, een woedemeter, teken de angst en stop het in een doosje).
    • Opdrachten (hang elke week/dag een compliment voor de ander in een boom, verrassingsdag).
    • Tips voor ouders:
      • Badkamertechniek (bij ruzie zonder je je met een boekje in de badkamer af en laat je je kinderen het zelf oplossen).
      • Hoe voer je een leuk gesprek met een kind.
      • Hoe voed je als ouders oplossingsgericht op.
      • Gezinsvergadering organiseren.
      • Doe wat werkt.
      • Hoe ga je door als het even tegen zit.
    • Oefeningen:
      • Drie Mindfulness oefeningen om te ontspannen (aandacht naar de adem), zich bij moeilijkheden stevig te voelen (bergmeditatie) en de dag goed te beginnen (bodyscan).
      • Hoe kan je leren met kritiek om te gaan.
      • Hoe krijg je betere gedachten (bij faalangst, bij beter gaan denken over jezelf).
    • En verder werkvormen (Moodboard maken, je perfecte dag), verhalen (Ronny de rups helpt bij rouw), metaforen, erachter komen welke gevoelens en behoeftes achter gedrag zitten en nog veel meer.

    Interessant? Je kan het boek al reserveren!


  6. Betere werkhouding dankzij de beertjes.

    24 augustus 2015 by cborggreve

    Ik krijg in mijn praktijk veel kinderen die een betere werkhouding willen ontwikkelen zoals beter leren concentreren op school. Meestal kunnen ze zich wel concentreren; ze kunnen lang achtereen gamen of met lego of poppen spelen, of filmpjes kijken of voetballen. Maar in de klas, met al die afleiding: geluiden, indrukken, is het moeilijk vol te houden.

    Of ze hebben niet de juiste werkhouding bij het doen van huiswerk: (te) snel klaar, alleen doorlezen in plaats van leren of te veel hulp vragen aan ouders.

    Kinderen kunnen hun werkhouding verbeteren met gebruikmaking van de Beertjes van Meichenbaum (zelfinstructiemethode van Meichenbaum).

    Bespreek met je kind dat het maken van een opdracht of een taak goed gaat als het zich deze vier vragen stelt:

    1. Wat moet ik doen?
    2. Hoe ga ik het doen?
    3. Ik doe mijn werk.Gaat dat goed?
    4. Ik kijk mijn werk na. Wat vind ik ervan?

    Print elk beertje uit en plastificeer het om mee te nemen naar school. De beertjes kunnen het kind er aan herinneren om de opdracht of taak in de juiste stappen te doen.
    ———————————————————————————

    Ik oefen het dan met mijn coachkinderen door samen een recept te maken. Bij koken is het immers belangrijk om goed in te kopen, voor te bereiden, klaar te zetten en dan aan het werk te gaan.

    Laat het kind dus eerst het recept goed lezen, dan een boodschappenlijstje maken, dan de spullen kopen, de ingrediënten klaarzetten, de hoeveelheden afmeten of wegen en dan gaan koken of bakken.

    Een van de favoriete recepten van de kinderen:
    Scones (6 stuks)

    225 gram bloem
    2 volle theelepels bakpoeder
    50 gram boter
    25 gram suiker
    snuf zout
    100 ml (karne)melk

    Verwarm de oven voor op 225° C

    Doe bloem, bakpoeder, boter suiker en zout in een kom. Snijd de boter er met 2 messen door. Doe de karnemelk erbij en ga dan verder met je handen kneden tot je een bal hebt. Zorg dat alle boter er goed doorheen gekneed is!
    Doe in de vormpjes (cakevormpjes of een bakblik met sconevormpjes) een bolletje deeg. Je hebt genoeg voor 6 vormpjes.
    Laat ze in 15/20 minuten lichtbruin worden in de oven.
    Eet ze met double cream, of clotted cream of creme fraiche en jam.

    —————————————————————————–

    Thuis kan je je kind met huiswerk begeleiden door met deze methode te werken.

    Vooraf: Maak samen een plan: wanneer doe je je huiswerk? (plan tijd in voor ontspanning)

    Help het kind zoeken naar zijn eigen stijl. Praat erover hoe jij het vroeger deed en wat werkte. Zorg voor een rustige werkplek.

    Begeleid je kind aan de hand van de vier vragen.

    Ad 1. Ga samen met het kind na wat er precies bedoeld/gevraagd wordt maar laat het kind het zoveel mogelijk zelf uitzoeken en zelf aan het werk gaan. Leer je kind om de vraag zorgvuldig te lezen. Vraag of het kind tijd genoeg heeft, of het moeilijk is etc en vraag hoe je het kind kan helpen, zonder het te gaan overnemen.

    Ad 2. Als een kind vraagt hoe moet ik het doen? Stel dan een wedervraag: hoe denk jij dat het moet? Geef geen pasklaar antwoord maar laat het kind het zelf uitzoeken met wat aanmoediging van jou.

    Ad 3. Ga samen op zoek naar de beste leerstijl voor het kind. Ga daarbij ook na wat voor jou vroeger het beste werkte en waarom. Kijk of het maken van een schema, of samenvatting handig is voor het kind. Kijk ook vorig huiswerk na om te kijken of de manier waarop het kind het heeft gedaan goed is, of nog aanpassing nodig heeft. Zoek naar onthoudtrucjes.

    Ad 4. Leer het kind om naslagwerken te gebruiken of op te zoeken of dingen kloppen. Overhoor het kind pas als het eerst echt alles heeft geleerd.

    Succes!

     


  7. Mindfulness in mijn kinder- en jongerencoachpraktijk

    2 juni 2015 by cborggreve

    Mindfulness kan goed helpen bij stress, angst en depressieve gevoelens.

    Maar ook voor kinderen en jongeren die daar geen last van hebben, kan een paar minuten stilzitten en met aandacht naar je adem gaan heel prettig werken. Zo vertelde een van mijn coachkinderen dat het haar hielp om in de klas, als ze veel last van onrust had, even rustig naar haar buik te ademen en zich naar binnen te keren. Of zoals een jongere vertelde: “het helpt me als ik zenuwachtig ben tijdens een toets, om weer rustig te worden door een aantal keer heel diep adem te halen en me te concentreren op de beweging van mijn buik”.

    Ik gebruik in mijn kindercoachpraktijk het boekje met CD “Stilzitten als een kikker” van Eline Snel.
    Daarin staan niet alleen korte oefeningen (van 4-6 minuten) als aandacht voor de adem, maar ook pauzeknop: oefening in niet meteen reageren, of een veilig plekje: visualisatie en slaap lekker. Sommige kinderen worden heerlijk relaxt en gaperig, anderen ondergaan het en springen daarna op om gauw weer een spelletje te doen. Een jongetje vond het zonde van zijn tijd, want dat ging weer af van het praten, spelen, coachen en koken. Allemaal goed.

    Voor de jongeren is het boek van David Dewulf aan te raden (ook met CD): Mindfulness voor jongeren. Oefeningen.
    Met tips voor wat je kan doen als er een stressvolle gedachte zich aandient:

    1. Wat is de gedachte?
    2. Is deze gedachte een observatie of interpretatie?
    3. Helpt deze gedachte mij om ongewenste gevoelens te voorkomen?
    4. Helpt deze gedachte mij om conflicten met anderen te voorkomen?
    5. Helpt deze gedachte mij om mijn doelen te realiseren?

    Of om op moeilijke momenten aan een berg te denken: waar staat die voor? Stevigheid, stabiliteit, kracht? De berg kan je helpen om een verbinding aan te brengen met die kwaliteiten in jezelf. Hij staat ook voor de moed om iets aan te pakken en om nee te zeggen als het nodig is. De hemel boven de berg staat voor de acceptatie van de onveranderbaarheid van sommige dingen en ja te zeggen tegen alles wat is.

    Om de dag goed te beginnen is het voor veel kinderen en jongeren prettig om na het wakker worden even te blijven liggen en in gedachten het hele lichaam langs te gaan (bij mindfulness noemen ze dat een bodyscan: met vriendelijke aandacht je lichaam te scannen). Het komt erop neer dat je elk lichaamsdeel in gedachten langs loopt en probeert te voelen. Het kan je helpen om ontspannen en met minder stress en spanning aan de dag te beginnen. Een van mijn coachkinderen deed dat om van zijn buikpijn (die met spanning te maken had) af te komen, of in ieder geval te accepteren. Een ander om met wat meer zin in school op te staan. Je kan het ook doen ‘s avonds voor je gaat slapen natuurlijk!

    Maar het is niet alleen aandacht geven aan je adem, of lichaam, maar ook met aandacht een appelzwaan maken bijvoorbeeld. Kan ook lekker zijn en nòg lekkerder om hem daarna op te eten!

     


     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Was de appel. Snijd met een scherp mesje van een zijkant een flinke plak af. Dit stuk wordt later gebruikt voor de hals en kop van de zwaan. Leg de appel op de afgesneden kant neer. Snijd links en rechts van het midden een kleine v-vormige wig uit de appel. Pas op dat je niet te ver doorsnijdt!

    Geef links en rechts van de wig weer een insnijding evenwijdig aan de wig. Deze insnijdingen komen elkaar onder de wig tegen, waardoor een appelschijf in de vorm van een V uitgesneden wordt. Doe dat nog een keer totdat je bij het klokhuis bent.
    De vleugels van de zwaan maak je zo: leg de uitgesneden wiggen in elkaar en schuif elk stukje iets verder naar achter dan het vorige. Snijd uit de achtergehouden appelplak de hals en kop van de zwaan: leg de plak plat neer en snijd uit het midden een reep. Leg de reep op zijn kant, snijd er een halve maan uit en je zwanenhals-met-kop is klaar.
    Snijd voorzichtig een gat (waar de hals in moet passen) aan een van de kanten van de appel. Duw de hals vast. Leg dan de vleugels in de wiggen van de romp van de zwaan. 

    Succes! En heb je hulp nodig (…ook met de appelzwaan…) laat je coachen door mij!

     


  8. Haal het beste uit je kind – voed oplossingsgericht op!

    13 april 2015 by cborggreve

    Als coach werk ik oplossingsgericht en dat werkt uitstekend!
    Hoe doe je dat als ouders ook? Hieronder acht basisprincipes.


    Heb je hulp nodig om die in de praktijk te brengen, laat je dan een keer door mij coachen.

    1. Oplossingsgerichte ouders zijn optimistisch, ze geloven dat er continue verandering plaatsvindt. Ze gaan er vanuit dat elk probleem weer overgaat en richten zich er vooral op om te kijken wanneer het probleem zich niet voordoet en wat het kind dan doet. En hoe je als ouders ervoor zorgt om die situatie te continueren en te herhalen. Zij gebruiken humor en flexibiliteit, geven keuzes en tonen respect en affectie.

    2. Oplossingsgerichte ouders spreken de taal van verandering met hun kinderen: kinderen willen altijd met hun ouders samenwerken, het is slechts een kwestie van wanneer. Ze brengen hun kinderen vertrouwen over dat het gaat lukken en dat er nog meer zal gaan veranderen voor hen. Bij oudere kinderen kan het bieden van alternatieven effect hebben. “Wat wil je het liefst doen, de afwas in de afwasmachine zetten of hem eruit halen?” Door de taal van verandering te spreken kunnen ouders binnen korte tijd een relatie van medewerking opbouwen en hoeven ze niet in een machtsstrijd verzeild te raken.

    3. Oplossingsgerichte ouders zijn bedreven in het betrappen van hun kinderen op hun allerbest. Ze belonen met complimenten, high fives, samen iets leuks doen of door een lief briefje achter te laten in de slaapkamer. In plaats van “nee” zeggen ze “Ja, en dan…”: beiden voelen zich gehoord en erkend en aan de wens van allebei wordt tegemoet gekomen. De ouder geeft het goede voorbeeld: laat zien wat flexibiliteit is, wat een goede probleemoplossing is, en hoe je komt tot een win-win situatie met iemand die een andere visie of agenda heeft.

    4. Oplossingsgerichte ouders zijn optimistisch en zien opvoedkundige uitdagingen als kansen. Ook zij verliezen wel eens hun geduld of plakken hun kind achter het behang. Maar ze blijven kijken naar strategieën die eerder gewerkt hebben bij moeilijk gedrag, en kijken of die ook werken bij de huidige problemen. Ze gebruiken hun fantasie om te kijken hoe anders het is als de problemen niet bestaan. (Stel jezelf eens de “wondervraag”: het probleem is zomaar opgelost, hoe doe je dan, hoe doet je kind, etc en ga eens onverwacht een dag doen alsof het wonder is geschied).

    5. Oplossingsgerichte ouders blijven onbevooroordeeld en geloven dat er veel verklaringen mogelijk zijn voor het gedrag van hun kinderen. Deze ouders kijken wat er achter het gedrag zit, welke behoefte. Of herformuleren het gedrag: een stout kind kan ook een avontuurlijk kind zijn. Een ongehoorzaam kind, assertief.
      Ze kijken naar de positief tegengestelde kant van het gedrag van hun kind.
      Oplossingsgerichte ouders zijn er zich bewust van dat ze hun reacties moeten afstemmen op het temperament van het kind. Bij een gevoelig kind matigen ze hun toon en verheffen ze niet hun stem om medewerking van het kind te krijgen.

    6. Oplossingsgerichte ouders zijn flexibel en improviseren als dat nodig is. Bij gedragsproblemen gaan ouders na of ze niet steeds op dezelfde manier erop reageren waardoor het gedrag aanhoudt en zelfs versterkt wordt. Als dat zo is gaan ze experimenteren met nieuwe manieren om dat te doorbreken. Als ze strategieën hebben gevonden die een positief effect hebben gaan ze ermee door tot het nieuwe gedrag is gestabiliseerd.

    7. Oplossingsgerichte ouders stellen kleine, realistische doelen. Slechts een kleine verandering is nodig. Ze beseffen dat de doelen het begin van iets nieuws zijn en zijn bereid er hard voor te werken.

    8. Oplossingsgerichte ouders smeden sterke en wederkerige banden met hun kinderen. Ze troosten en stellen gerust, ze doen leuke en groeibevorderende activiteiten met ze, ze luisteren naar hun mening als er een besluit moet worden genomen. Ze vragen hun kind regelmatig naar de kwaliteit van hun relatie en staan open voor veranderingen.

     

    Uit:Oplossingsgerichte therapie met kinderen en jongeren door Matthew Selekman.


  9. Laat kinderen verantwoordelijk zijn voor hun eigen dingen.

    27 januari 2015 by cborggreve

     

    Ik heb een interessant boek gelezen: Kinderen opvoeden en vrede in het huis houden van Theo Schoenaker, Julitta Schoenaker en John M.Platt.

    De drie auteurs baseren hun opvoedingmethoden op de Individualpsychologie van Alfred Adler.
    Het gaat erom dat je je kinderen be-moed-igt in plaats van ont-moed-igt.
    Door bijvoorbeeld ze zelf verantwoordelijk te laten zijn en ook vertrouwen uit te spreken dat ze dat aankunnen (in het boek staan lijstjes van verantwoordelijkheden die kinderen kunnen hebben op bepaalde leeftijden).
    Denk dan aan zaken als opruimen, aankleden, zakgeld, helpen in huis, huiswerk maken etc.

    Een paar leuke en handige tips:

    • Als een kind nog in bed plast: maak er geen issue van maar laat het kind zien waar de schone lakens liggen, hoe het het bed kan opmaken en waar schone kleren liggen. Laat het kind zijn/haar eigen bed weer opmaken ‘s nachts. In 90% van de gevallen leert het kind snel om niet meer in bed te plassen.
    • Organiseer eens per week een gezinsvergadering waarin je van alles bespreekt en afspreekt: taken in huis, bedtijd, etc. Laat ieder zijn inbreng hebben en luister goed.
    • Meehelpen in huis: maak op een gezinsvergadering een lijstje van wat er moet gebeuren en verdeel met elkaar de taken en maak ook afspraken wanneer de taken worden uitgevoerd. Kinderen vinden het fijn erbij te horen en door ze de mogelijkheid te bieden om te helpen, voelen ze zich serieus genomen.
    • Liegen: stel geen vragen waarop u het antwoord al weet: bijvoorbeeld je weet zeker dat het kind een chocoladereep heeft gepakt. Zeg dan niet: hé heb je dat weggenomen? (het kind zal zich dan zo in het nauw gedreven voelen dat het ontkennend zal antwoorden). Maar zeg: hé ga je nu een nieuwe reep kopen of als je je thee ophebt, en betaal je het van je eigen geld of zal ik het van je zakgeld inhouden?
    • Badkamertechniek: bij ruzie tussen kinderen: ga je er niet mee bemoeien, maar zonder je met een boekje of muziekje in de badkamer af. Zo geef je je kinderen de kans om het zelf op te lossen. Zeg dat ook dat je ze het vertrouwen geeft dat ze dat zullen doen. De techniek werkt ook als je kind je aan het uitdagen is.
    • Vergeet het kind brood mee te nemen of gymspullen, breng het niet na, maar laat het kind het zelf oplossen. Dan leert het veel eerder om zelf de verantwoordelijkheid te nemen.
    • Opstaan: geef het kind een wekker en bespreek hoe laat het wil opstaan om tijd te hebben om zich aan te kleden en te ontbijten. Laat de verantwoordelijkheid dan zelf aan het kind over. Blijft het in bed liggen, ga dan 10 minuten voordat je weg moet naar de kamer en pak de kleren op en zeg dat het zich of nu meteen kan aankleden, maar dat je over 10 mintuten weggaat. Of dat het zich op school of in de auto aan kan kleden. Hou dat vol!
    • Begrensde keuzemogelijkheden geven: kinderen moet je laten kiezen, dat getuigt van meer respect dan dat ze bevelen moeten opvolgen. Bijvoorbeeld: vraag aan je zoon die uit wil gaan of hij om half twaalf of om twaalf uur thuis wilt zijn. Als hij twaalf uur zegt, vraag je vervolgens:” als je te laat bent, wil je dan een of twee weekenden thuis blijven?” Hij kiest een weekend. Is hij vervolgens te laat dan kan je hem daaraan houden want dat heeft hij gekozen (en dat geeft minder een “straf”gevoel). 

    Door dingen anders te doen, kan er meer lucht en ruimte komen in je gezin.

    Succes!

    Voor een opvoedtraining in het bemoedigen (encouragingtraining) 


  10. Barbies en Grand Theft Auto of moet je alle kinderwensen vervullen?

    9 november 2014 by cborggreve

    Elk jaar weer een overweging voor ouders: wat geef ik mijn kinderen voor Sinterklaas of Kerstmis?

    Je wilt natuurlijk blije gezichten en gelukkige kinderen die uren en dagen tevreden spelen met hun cadeaus en later dankbaar terug kijken op hun gelukkige jeugd waarin al hun wensen werden vervuld.

    Maar moét je dat doen? Mag je ook wensen niet vervullen? Of word je dat later verweten door je kinderen?

    Ik vroeg laatst mijn kinderen van 19, 21 en 25 naar hun gelukkige jeugdherinneringen en kreeg als antwoord: hutten en zandkastelen bouwen, naar een kinderkamp en nieuwe kinderen leren kennen, knutselen na schooltijd met mama, in groep 8 elke dag lunchen met je vriendengroep bij steeds een andere ouder. Allemaal immateriële dingen die al generaties lang voor goede herinneringen zorgen.

    Ook vroeg ik aan mijn zoon hoe hij terugdacht aan de – dacht ik – traumatische ervaring toen hij geen vechtspelletje kreeg voor zijn zelf bij elkaar gespaarde Playstation. Hij lag in bed te huilen en wilde andere ouders die wel dat spelletje zouden kopen. Net als de ouders van zijn vriendjes. Het was Sinterklaastijd en ik wilde zijn grootste wens die met hoofdletters op zijn verlanglijstje stond, vervullen: Grand Theft Auto. Ik ging naar de winkel en daar werd mij afgeraden om dat spelletje voor een 12-jarige te kopen, het was immers voor 18 jaar en ouder. Ik kocht het niet.

    Toen dat zo’n teleurstelling bleek, kreeg ik medelijden met hem en sloot een deal: je leent het spel en laat me het zien. Zo gezegd zo gedaan…maar toen hij het vol vertrouwen opzette, kwamen we net in een scène terecht waarin een oud vrouwtje afgeranseld werd. Dus einde verhaal voor zoonlief.

    Hij zegt nu dat hij het waardeert dat wij voet bij stuk hielden en hem het spel niet gaven.

    Ik had een soortgelijke “traumatische” ervaring in mijn jeugd: ik mocht van mijn moeder geen Barbie omdat zij een verkeerde indruk van vrouwzijn gaf. Ze “verblijdde” me toen met “Bakken en braden met Barbie”. Alsof dat – een vrouw met schort aan in de keuken – wel een goede indruk geeft! Overigens nooit uit gekookt…

    Net als mijn zoon ben ik loyaal aan mijn moeder: ik vind het achteraf juist grappig en getuigen van karakter dat ze mij Barbie heeft onthouden.
    Maar toch ben ik niet zó loyaal aan mijn moeder dat ik Barbie niet aan mijn eigen dochter heb gegeven.

    Je ziet dus dat kinderen waardering hebben voor het feit dat je standvastig bent, en overtuigingen hebt, en met reden iets niet wil. Dat ze zien dat je verbiedt met liefde en overtuiging.
    Neem dat in overweging als je cadeautjes gaat kopen!

    Als “toetje” (Barbie noemt het “happy-endings”) een recept van pindakaas-slasaus.

    2 eetlepels pindakaas

    3 eetlepels mayonaise

    ½ theelepel suiker

    ¼ theelepel zout

    Roer de pindakaas met de achterkant van een houten lepel tot hij zacht en schuimig is. Doe de andere benodigdheden erbij en roe tot je een mooi glad papje hebt gekregen. Geef de saus bij sla, komkommer of tomatensalade.


  11. Help! Mijn kind wil niet gecoacht worden!

    20 oktober 2014 by cborggreve

    Is uw kind nog niet toe aan coaching maar wilt u als ouders advies en ondersteuning krijgen?

    Dan kan ik u helpen om in gesprek met uw kind te komen en het te begeleiden.

    Daarbij kan ik u literatuur en handige spelletjes en andere werkvormen aanbieden.

    Zo ben ik ambassadeur van Kids’Skills en kan ik ouders leren hoe je op een speelse manier je kind een nieuwe vaardigheid kan leren (Parents’ Skills)

    Ik raad u boeken aan waarin handige oefeningen staan die u thuis kunt doen, ik leer hoe u uw kind kan leren ontspannen met Mindfulness, om niet-helpende gedachten in helpende om te zetten en nog veel meer.

    Zo zijn uw zorgen snel van de baan en komt u weer in goed contact met uw kind.

     

    Belangrijk in het contact tussen ouders en kinderen is dat ze beide geven en nemen en er erkenning voor krijgen.

    Bent u een ouder die veel zorgt en weinig vraagt van uw kind omdat u ervan overtuigd bent dat u uw kind een onbezorgde jeugd wil geven? Dan kan ik u tips geven om het wat evenwichtiger te laten zijn: het is bijvoorbeeld voor een kind belangrijk om te geven en niet alleen te nemen.

    Bent u in een echtscheiding verwikkeld? Dan kan ik u helpen om met uw pijn en verdriet om te gaan en in staat te zijn om uw kinderen te steunen en tot een goede regeling te komen.

    Heeft uw kind problemen op school of zit u met uw handen in het haar hoe u uw puber moet aanpakken? Ik kan u daarbij ondersteunen.

    Wilt u gewoon uw zorgen en onzekerheden kwijt? En een luisterend oor. Ook daar ben ik voor.

    Het kan erg opluchten om een of enkele gesprekken te hebben en het heeft zeker een goed effect op het contact van u met uw kind.

     

     

     


  12. Ronny de Rups helpt bij rouw

    20 augustus 2014 by cborggreve

    In mijn praktijk als kinder- en jongerencoach krijg ik regelmatig kinderen en jongeren die met de dood te maken hebben. Als er rouw is door de dood van een van de ouders, grootouders of van een broertje of zusje.

    Belangrijk is dan dat er in de coaching een plaats komt voor de overledene: ik ken de naam, vraag een foto mee te nemen, en we praten over hoe hij of zij gestorven is. Soms blijft het daarbij en soms wordt het verwerken van het verlies onderdeel van de coaching.

    Annet Wijers, rouwtherapeute, bracht me op het idee om bij rouw een rups te gebruiken.

    Ronny de Rups; zijn lijf is opgebouwd uit verschillende segmenten: hard, zacht, prikkelig, glad, ruw. En nadat hij zich heeft ontpopt, wordt hij een prachtige vlinder. Ronny de rups als metafoor voor het leven van het kind: de ene dag is een “harde” dag, en de volgende “zacht”. De ene dag mis je de overledene, de andere dag kan je je vrolijk voelen en ben je met andere dingen bezig. In het begin zullen de dagen, weken en de gevoelens misschien hevig op en neer gaan, of naar binnen gericht zijn, na verloop van tijd kan het kind zonder angst of hevig verdriet denken aan de geliefde overledene. Dan kan het kind zich weer naar buiten richten en uiteindelijk uitvliegen als prachtige vlinder.

    Een mooi verhaal dat er bij past is PIJN van Toon Tellegen uit het boek Misschien wisten zij alles.

    Hoe maakte ik de rups?

    Ik nam lapjes van 26 bij 8 cm Verschillend van kleur en van structuur en zachtheid.

    Die naaide ik aan elkaar en daarna alles in de lengte aan elkaar. Die vulde ik met fiberfill.

    Tussen de verschillende segmenten naaide ik bandjes in verschillende kleuren.

    En knipte een groene lap voor de kop van 21 cm doorsnee.

    Die vulde ik met fiberfill en naaide er voor de ogen twee rondjes over elkaar op en borduurde er een mond op.

    En twee groene voelsprieten.

    Een een knopje voor de staart.

    Nadat ik kop en voelsprieten aan elkaar heb genaaid, naaide ik de kop en het staartje op het lijf. Klaar is Ronny de rups!


  13. Heeft je kind last van zijn/haar Interne Criticus?

    4 juni 2014 by cborggreve

    Dan kan je als ouder hem/haar helpen om deze te ontmaskeren.

    Zeg je kind wel eens: ik ben dom, lelijk, ik kan het toch niet, alle kinderen kunnen beter voetballen, tekenen dan ik etc?
    Dan is zijn/haar Interne Criticus aan het woord.
    Luister het kind teveel naar zijn Interne Criticus (IC) en belemmert deze om hem/haar gelukkig, prettig te voelen? Of dingen aan te pakken? Dan wordt het tijd om hem te ontmaskeren.

    Hoe?

    Noteer eens samen met je kind een dag zijn/haar kritische zelfuitspraken.

    • Achterhaal de bedoeling van zijn IC (bijvoorbeeld: Hij zegt tegen me dat ik het toch niet kan, zodat ik geen moeite hoef te doen en me geen zorgen hoef te maken dat ik het verpruts?)
    • Ga na wat je IC hem kost (bijvoorbeeld ik durf niet met voetbal mee te doen omdat ik te dik ben. Ik doe geen moeite voor school omdat ik het toch niet haal etc)
    • Ga samen met je kind tegen zijn IC in:” Ok ik ben niet tevreden met mijn neus, maar ik heb mooie ogen, haar, mond etc, dus ik ben niet lelijk”. Of: “ik haal nu geen goede cijfers maar ik heb in het begin van het jaar wel goede cijfers gehaald, dus ik kan het wel”.
    • Maak zijn IC overbodig door na te gaan welke behoefte hij probeert te bevredigen: “Je probeert me te beschermen dat als ik ga zwemmen, de kinderen me uitlachen omdat ik te dik ben, maar misschien doen ze dat helemaal niet en ik hou van zwemmen, dus zou ik nooit meer kunnen zwemmen en dat wil ik niet ”.

    Dan kan je daarna samen de 2-kolommentechniek gebruiken:

    In de eerste kolom zet je de gedachten en in de tweede de denkfouten.

    gedachten denkfouten
    Iedereen doet het beter dan ik Kan niet dat iedereen het beter doet. En wat beter? Alles? Dat kan ook niet. Want jij doet ….immers beter dan….?
    Het mislukt altijd O ja, ga dan eens kijken of dat waar is? Wat is het? En wanneer is altijd?
    Ik ben te dik Ben je te dik of is je lijf hier en daar te dik?OK maar daardoor ben je niet minder waard/mooi/leuk om te leren kennen?

    Wat ook interessant is om te kijken welke opdrachten belangrijk zijn in jullie gezin:

    1. Wat moet je kind doen om van jullie complimenten te krijgen? (Misschien moet hij/zij wel perfect zijn en zal daar dan altijd mee bezig zijn.)
    2. Wie zijn zijn/haar helden? Waarom waardeert hij/zij hen? Welke boodschap geven ze hem/haar mee?
    3. Welke boodschap geeft je kind zichzelf op momenten van spanning?
    4. Spreek af dat je kind de komende week enkele opdrachten overtreedt. Wat is het effect?

    Het kan verhelderend zijn.

    En als je kind erbij gecoacht wil worden: mail, skype, sms of bel me!

     

    Als extraatje een leuk recept: Vlierbloemenlimo

    1 liter water

    2 schermen vlierbloemen

    2eetlepels suiker

    sap van 1 citroen

    Zet het water met vlierbloemen, suiker en citroensap in de ijskast en laat het een dag trekken. Lekker fris!

     


  14. Bij problemen pizza nemen!

    21 februari 2014 by cborggreve

    Een aanrader voor kinderen: Het Nieuwe Leefboek voor Kinderen (Theo Legters), net als Leefboek voor Kinderen, een heel handig “zelf-help” boek voor kinderen om hun leven (nog) leuker te maken.

    Sommige kinderen hebben veel aan de tip: bij problemen pizza nemen!
    Daarom zal ik hem nu hier laten zien, voor kinderen, jongeren en ouderen die zichzelf vaak de schuld geven van iets.

    1. Denk eens aan de laatste keer dat er je iets deed en door jouw schuld gebeurde er iets vervelends.
    2. Neem een blad papier en teken er een cirkel op en schrijf op de rand het probleem waar het om ging. Schrijf in die cirkel IK.
    1. Je ziet nu het probleem met de dader IK. Klopt het met wat je bedacht had?
    2. Nu ga je de cirkel in tweeën snijden. En trek je een rechte lijn van onderaan tot bovenaan de cirkel.

     

    1. Was er niemand of niets die ook een beetje schuld had aan het probleem, net als jij? Denk net zolang na tot je iets of iemand hebt gevonden en schrijf de naam in de andere helft van de cirkel.
    2. Trek nu een lijn van links naar rechts in de cirkel. Span je in en bedenk nog twee namen van personen of dingen die meegewerkt hebben aan jouw probleem, zet die in de andere vakken. Dat lucht al op hè?

    1. Het kan zijn dat je nog meer namen hebt gevonden, trek dan nog meer lijnen en zet de namen in de lege vakjes.

     

    1. Nu zie je dat jij maar een pizzapunt vult met je naam: welke ramp of probleem ook, het is nooit de schuld van iemand alleen.

      Opgelucht? Dan is het tijd om een echte pizza te maken:

     

    Maak eerst de saus:

    2 uien
    3 eetlepels olijfolie
    4 teentjes knoflook
    2 blikken tomaten
    1 eetlepel oregano
    3 eetlepels basilicum
    ½ theelepel zout
    ½ theelepel peper

    Schil de ui en snij hem in stukjes.
    Laat de olie in een braadpan heet worden op halfhoog vuur.
    Doe de ui erin en pers de knoflook erboven uit.
    Als de ui glazig is doe je de rest erbij.
    Breng het aan de kook op een hoog vuur.
    Zodra het kookt, zet je het vuur laag.
    Laat dan nog 1 uur pruttelen met het deksel erop.

    Ga ondertussen het deeg maken (je kan ook deeg uit een pak nemen).

    1 pond bloem
    2 theelepels zout
    1 zakje gist
    2 kopjes lauw water
    wat boter
    1 bakje champignons
    1 ons salami
    zwarte olijven
    1 ½ ons geraspte kaas
    mozzarella
    1 eetlepel basilicum
    1 eetlepel oregano
    olijfolie

    Houd een half kopje bloem achter.
    Doe het zout en de rest van de bloem in een kom.
    Roer er de gist door. Terwijl je goed roert met een houten lepel, giet je er het lauwe water bij.
    Als alles goed door elkaar geroerd is, ga je verder met je handen.
    Ga door tot het soepel is.
    Strooi wat bloem op het aanrecht en leg het deeg erop.
    Kneed het ongeveer 5 minuten door elkaar. Het wordt zo soepel als kauwgom, zeker als je er ook nog op stompt.
    Het deeg is goed als je er met je duim een putje in kunt drukken dat erin blijft staan.
    Doe het deeg in een schone kom, waar je wat bloem in gestrooid hebt. Leg hierop een schone theedoek, die je met water vochtig gemaakt hebt. Zet de kom ± 1 uur in een lauwe oven (50C)

    Zet de oven aan op 200C.

    Nu is het deeg zo gerezen dat je twee keer zo veel hebt.
    Vet een bakplaat in met boter.
    Strooi er wat bloem over.
    Strooi nu wat bloem op het aanrecht. Kneed het deeg hierop 1 minuut. Doe dit voorzichtig, anders gaat de lucht eruit.
    Rol het deeg uit met een deegrol die je ook met bloem bestrooid hebt, tot een vierkante lap, zo groot als de bakplaat. Leg hem nu op de bakplaat en duw de randen een beetje omhoog, dan valt de vulling er straks niet af.
    Schep de pizzasaus op de bodem en verdeel hem erover.
    Was de champignons en snij ze in plakjes.
    Versier de pizza met de salami, champignons, olijven en mozzarella.
    Strooi de kaas, basilicum en oregano erover.
    Dan sprenkel je er nog wat olijfolie over.

    Zet nu de pizza in de hete oven en laat hem in ongeveer 30 minuten heet en gaar worden. De korst moet lichtbruin zijn.


  15. Slaap kindje slaap….

    16 september 2013 by cborggreve

    Bijna alle ouders hebben ervaring met een kind dat praat in zijn slaap, heftig droomt, wandelt, niet in slaap wil vallen of niet doorslaapt. Dat klopt, want uit onderzoek blijkt dat van de kinderen van twee tot vijftien jaar 32% praat in de slaap, 31% nachtmerries heeft, 28% ’s nachts wakker wordt en 23% moeilijk in slaap valt.

     Waar kan een kind last van hebben en wat moet je doen?

    1Het kind wil niet naar bed of heeft moeite met inslapen; bijvoorbeeld doordat het angstig is.

    Leer het kind de angst voor de angst af met zelfkalmeringstechnieken zoals:

    • waar voelen ze de angst en wat voelen ze?
    • ontspanningstechnieken
    • aan prettige dingen denken
    • dapper denken: ik kan….zonder bang te zijn.
    • een totem te zoeken die zou kunnen helpen. Bijvoorbeeld Batman of een andere “held”.

    2. Het kind wordt ’s nachts regelmatig wakker en slaapt niet door.

    Slaap loopt een aantal cycli door die ongeveer 1,5 uur duren: de eerste twee cycli vormen de kernslaap: dan slaapt een kind het diepst. Tussen elke cycli komt een kort moment van bijna wakker zijn voor. Op die momenten is er kans dat het kind behoefte heeft aan contact; het kan zijn dat het lawaai hoort, of gedroomd heeft, of angstig wordt of gewoon behoefte aan een beetje troost of aandacht heeft.

    Als een kind wakker wordt kan een ouder even bij het kind blijven, maar doe dat niet te lang en laat het licht uit zodat het kind weer snel in slaap kan vallen. Problemen kunnen daarom ook het beste in de slaapkamer van het kind opgelost worden.
    Ouders kunnen het verhaal van kinderen beter niet bevestigen (door een monster onder het bed te gaan zoeken), want dan kunnen ze denken dat er echt iets reëels is om bang voor te zijn. Ze kunnen het kind wel vertellen dat het inbeelding is en dat ze aan fijne dingen moeten denken (zie hierboven).

    Rond de leeftijd van 6 jaar kan een kind last van nachtmerries of akelige dromen hebben. Wacht even af met reageren, want vaak valt het kind gewoon weer in slaap. Doet het dat niet, geef dan troost, maar doe dat kort en blijf niet zitten totdat het kind in slaap valt.De ouders van kinderen die ’s nachts wakker worden en alleen in nabijheid van een ouder in slaap kunnen vallen, moeten leren de kinderen weer alleen in hun eigen bed te laten slapen. Dit kan door de kinderen meteen in hun eigen bed te leggen (en niet al in het ouderlijk bed) en daarna de aanwezigheid van de ouders langzaam af te bouwen.

    Als een kind ‘s nachts om aandacht vraagt, probeer dat te negeren. Het kan helpen om een beloning te geven als het kind een nacht zonder problemen heeft doorgeslapen.

    3. Het kind slaapt kort en is ’s morgens al vroeg wakker.

    Het kan zijn dat het uitgeslapen wakker wordt en genoeg slaap heeft gehad: kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar hebben zo’n 10-12 uur slaap per nacht nodig.
    Is het kind overdag moe, dan heeft het niet genoeg geslapen en dan geldt hetzelfde als bij 2: het kind is angstig, heeft dorst of aandacht nodig: troost maar hou het kort. En pas op dat het geen patroon wordt, dus leer het kind het zelf op te lossen door bijvoorbeeld een glas water naast het bed te zetten en uit te leggen dat het zelf weer in slaap kan vallen.

    Wat kan je nog meer doen?

    Zorg voor een goede “slaaphygiëne”:

    • Rustige, donkere, comfortabele kamer.
    • Vaste routine: tanden poetsen, verhaaltje en dan slapen op vaste tijd.
    • Regelmatige beweging overdag.
    • Niet te groot verschil tussen weekdagen en weekend (naar bed gaan en opstaan)
    • Vermijd: wild spel, spannende films, grote fysieke inspanning of honger, eten drinken en dutjes voor het slapen gaan.
    • Eenmaal in bed niet ingaan op verzoeken.
    • Geen apparaten als TV, computer, mobiel aan in de slaapkamer.

    Als je je zorgen maakt over het slaapgedrag van je kind:

    Slaapproblemen die frequent en voortdurend zijn en die samenhangen met andere problemen van het kind, zijn slaapstoornissen. Slaapproblemen die geen stress of problemen op school of in de omgang met anderen veroorzaken, worden niet gezien als slaapstoornis.

    Mocht je hulp of advies willen, raadpleeg een coach of therapeut. In de bibliotheek of op internet is ook veel informatie te vinden. 

    Ken je anderen voor wie dit handige informatie is? Stuur het door!

    Heb je opmerkingen of aanvullingen, laat hieronder weten. Dank! 


  16. Blij naar de Brugklas!

    23 mei 2013 by cborggreve

    Workshop voor kinderen die ertegenop zien om naar de Middelbare School te gaan.

    In 5 keer (inclusief individuele intake met ouder en kind) ga ik met een groepje kinderen alle vragen en aarzelingen en angsten bespreken en wegnemen. Spelenderwijs oefenen we hoe je zorgeloos naar de Middelbare School kan gaan.
    Ik gebruik allerlei technieken en spelletjes, zoals het Kinderkwaliteitenspel, mindfulness en we gaan ook zo nu en dan koken. Het worden gezellige, vrolijke en nuttige uurtjes waarna de kinderen zorgeloos en met gezonde spanning naar de Middelbare School gaan.

    Vanaf 4 kinderen en de dag en tijd in overleg. Kosten €100 per kind voor 5 keer. Voor vergoeding door verzekeringen contact met mij opnemen.

    Vind je dit nuttige informatie of een goed idee voor iemand? Stuur het door alsjeblieft!


  17. Het verwende kind syndroom

    13 mei 2013 by cborggreve

    Wat is heerlijker dan je kind alles geven, zodat het als een zonnetje door het leven gaat?
    Helaas werkt dat niet zo simpel: als je dat te letterlijk neemt, en je je kind gaat verwennen, wordt het kind een zeur dat altijd en eeuwig zijn zin wil hebben en dat op een vervelende manier te kennen geeft; schreeuwend in een winkel, ruzie makend met anderen en krijsend thuis.

    Wat maakt dat verwennen niet goed is voor je kind?

    Ieder kind wordt gevend en ontvangend geboren: geven is een groeivoorwaarde. Het kind vindt het geweldig om te ontvangen en groeit door te geven.
    Door als ouder van je kind te ontvangen groeit zijn zelfwaarde en zelfvertrouwen.
    Als je als ouder je kind verwent, ontstaat er een disbalans tussen het geven en ontvangen van je kind.
    Te veel verwennen, betekent dat je je kind niet laat geven waardoor het verstikt raakt, waardoor zijn zelfvertrouwen, zelfwaarde in het gedrang komt. Het krijgt het gevoel dat het er niet toe doet, niet de moeite waard is, immers, het kan en mag niet geven.
    Kinderen uiten dat vaak door negatief en grensoverschrijdend gedrag.

    Verwennen is niet alleen het overladen met cadeaus.. Ouders kunnen ook verwennen door alles goed te vinden, geen grenzen te stellen, toe te geven na veel zeuren, of een kind te overladen met aandacht en liefde, ook als ze eigenlijk zouden moeten corrigeren.
    Kinderen die teveel krijgen, kunnen zich vaak niet afbakenen en passen zich aan de ander aan, waarbij hun mening of ervaring er niet toe doet. Kinderen die niet mogen geven zullen altijd het gevoel hebben dat ze in het krijt staan. Ze zullen vaak erg afhankelijk zijn van de goedkeuring van anderen. Zelfs zo dat ze op volwassen leeftijd maar door blijven geven totdat ze een burnout hebben.

    Wat kan je wel doen?

    Zorg ervoor dat je als ouder voor een balans zorgt tussen geven en ontvangen: vraag van je kind om ook bij te dragen aan het huishouden, om zelf dingen te regelen, te ondernemen. Leer het dingen voor anderen te doen en geef het de kans om te geven.
    Stel duidelijke regels waar het kind zich aan dient te houden. Geef cadeaus alleen met een reden: verjaardag, Sinterklaas, Kerst of voor een examen/rapport.
    Bij mijn kinderen werkte altijd als ze iets wilden hebben: “Zet maar op je lijstje voor je verjaardag”.
    Dus niet alleen op moederdag iets verwachten van je kind, maar gewoon dagelijks zorgen dat je het geven van je kind opmerkt en je hem of haar de kans geeft om dat met volle overtuiging te doen.

    Een idee om je kind een wekelijkse of maandelijkse kooktaak te geven, dat is leerzaam, leuk en fijn voor ouders! Begin maar met deze makkelijke macaroni…

    Macaroni

    6 personen

    1 pak (van 500 gram) elleboogjesmacaroni
    scheut olijfolie
    1 grote ui
    1 rode paprika
    400 gram rundergehakt
    1 groot blikje tomatenpuree
    1 blik tomaten op sap
    peper, zout en 3 theelepels tijm
    1 zakje geraspte kaas

    Zet de oven aan op 180 C
    Kook de macaroni gaar.
    Maak intussen de saus:
    Snipper de ui en snij de paprika’s in stukjes.
    Bak ze in de olie tot de ui glazig is.
    Doe het gehakt er in stukjes bij.
    Bak tot het gehakt bruin is.
    Doe er dan het blikje tomatenpuree, 1 blikje water en de tomaten op sap bij.
    Maak op smaak met de kruiden.
    Laat de saus even doorpruttelen en schep hem dan door de macaroni.
    Strooi de geraspte kaas erover en zet het ongeveer 15 minuten in de oven tot de kaas gesmolten is.


  18. Hoe leer je je kind met geld omgaan?

    15 april 2013 by cborggreve

    Jaren geleden liep ik met mijn toen 9-jarige dochter door een groot warenhuis. Ze zag een prachtige tas die ze heel graag wilde kopen. Helaas was haar zakgeld niet toereikend, haar spaarpot leeg en van haar ouders kon ze niets verwachten, behalve het advies: “Ga er voor werken.”
    Hoe kan je als 9-jarige snel geld verdienen? Op de markt met je viool natuurlijk en een schattig broertje van vier die met de pet rondgaat. Binnen een half uur had ze het benodigde bedrag binnen. Nadat ze het had uitgegeven aan die tas, vond ze het toch wel erg jammer dat ze nu weer platzak was. Dus nog een half uur gespeeld en weer een paar tientjes verdiend.

    Ik wil maar zeggen: laat kinderen van jongs af aan met geld omgaan!
    Ze leren de waarde van geld, wat ze er wel en niet mee kunnen doen. Ze leren sparen, keuzes maken, beslissingen nemen, genot uitstellen, ergens naar uitkijken, teleurstellingen verwerken etc.

    Een paar tips:

    • Geef kinderen vanaf zo’n jaar of zes jaar zakgeld, ze leren op deze leeftijd rekenen en kunnen dit ook toepassen op hun zakgeld.
    • Laat ze zelf kiezen wat ze met hun zakgeld doen.
    • Laat ze ergens voor sparen en val niet in de valkuil van lenen en laten afbetalen! (In het eerste geval zijn zij verantwoordelijk voor het bij elkaar sparen, in het laatste geval ben jij degene die achter de afbetaling moet aangaan)
    • Bij sparen: gebruik bij kleine kinderen een doorzichtige spaarpot, open bij oudere een spaarrekening : zo kunnen ze zelf zien hoe hun geld “groeit”.
    • Praat over geld en geldzaken en geef zelf het goede voorbeeld.
    • Leer het kind zijn wensen af te stellen op zijn budget en geef oudere kinderen die graag merkkleding willen, eigen kleedgeld, zo ervaren ze hoeveel die kleren kosten en wat ze kunnen doen en laten (één merkbroek of meerdere merkloze).
    • Hoeveel zakgeld hangt af van je eigen budget, en wat het kind ermee moet doen (zelf mobielabonnement betalen of niet, etc). Informeer bij andere ouders en stem eventueel op elkaar af.
    • Kijk op de website van het Nibud: daar vind je alles over financiële opvoeding.

     

    Een paar weetjes:

    • Gemiddeld geven jongens iets meer uit dan meisjes en dat verschil neemt met de leeftijd toe: Jongens van 14 geven €20 meer per maand uit dan meisjes van 14.
    • Van alle scholieren spaart 88%.
    • Van alle 12-jarigen leent 56% nooit. Van zij die wel eens lenen, leent 62% van de ouders. Van 13- en 14-jarigen leent 61% van klasgenoten.
    • Een kwart van de 12-jarigen heeft een mobiel met abonnement. Middelbare scholieren hebben vrijwel allemaal een mobiel. Ze bellen gemiddeld voor €12 per maand en met de leeftijd nemen de belkosten toe: 18-jarigen bellen voor zo’n €20 per maand.
    • 12-13-en 14-jarigen besteden hun zakgeld aan spulletjes. 15-jarigen aan uitgaan en bij 18-jarigen wordt alcohol een uitgavenpost.

     

    Bron: www.nibud.nl

     

    Vind je dit handige tips? Deel dit blog met anderen!

    Heb je meer tips of opmerkingen? Laat weten in het vakje hieronder, ik ben er blij mee!


  19. 8 Tips voor ouders van moeilijke eters.

    2 april 2013 by cborggreve

    In het boek Moeilijke eters. Effectieve oplossingen voor eetproblemen bij kinderen door Dr Lori Ernsperger en Tania Stegen-Hanson, vind je veel tips en uitleg. Ik heb er een aantal tips uitgehaald die ik met jullie wil delen.

    Eten is belangrijk omdat deelnemen aan een maaltijd met anderen het gevoel ontwikkelt om ergens bij te horen.

    Kieskeurige eters vinden bepaalde producten niet lekker, maar eten wel gezond.

    Moeilijke eters hebben een aversie tegen eten of hebben een medische stoornis. Zij eten niet meer dan 10-15 verschillende soorten eten, weigeren bepaalde voedselgroepen, kunnen heel bang of boos worden als er iets nieuws op tafel komt en eisen vaak dat het eten altijd op dezelfde manier bereid wordt en opgediend wordt.

    Vanaf 5 jaar moet de angst voor nieuwe producten verdwenen zijn.

    Is je kind een moeilijke eter, dan volgen hier acht tips:

    1. Ga eerst na of er niet iets medisch aan de hand is: een kind kan een reukstoornis, een visuele, auditieve of tactiele stoornis hebben (bijvoorbeeld last hebben van het geluid van kauwen, of van de geur, of een reflex hebben om te kokhalzen, of de mondmotorische vaardigheid is vertraagd waardoor het nog niet goed kan kauwen en slikken etc)
    2. Ga na of er sterke geuren in de buurt van de eettafel zijn die concurreren met de geur van eten (in de créche bijvoorbeeld; een poepgeur).
    3. Zorg voor een rustige omgeving en dien het eten elke dag op dezelfde tijd en plaats (aan tafel) op.
    4. Dwing het kind niet en focus niet te veel op het eten maar vooral wat het kind meemaakt aan tafel: tafelgesprekken over eten, en zien van nieuw voedsel. Maar bespreek aan tafel nooit de eetgewoontes van het kind of straf het (het moet een veilige omgeving blijven).
    5. Geef al het eten evenveel prioriteit en beloon niet met zoetigheid.
    6. Laat je kind zelf opscheppen (een lepel van ieder soort eten per jaar kind).
    7. Help je kind om met de schijf van vijf zijn eigen favoriete menu(‘s) samenstellen. Maak kindvriendelijk eten en zorg dat je in ieder geval per maaltijd iets hebt dat het kind lekker vindt.
    8. Laat het kind helpen koken, opruimen etc. Daardoor maak je het medeverantwoordelijk en maak je het makkelijker voor je kind om te eten.

    Wees positief en behulpzaam.

    Het kan helpen om er speels mee om te gaan door bijvoorbeeld er een spelletje van te maken: blinddoeken en dan ruiken, voelen, proeven.
    Doorgeefspelletje: 3 soorten bekend en 3 soorten onbekend voedsel in kommetje. Als muziek stopt iets zeggen over wat er in het kommetje zit (en eventueel proeven).
    Samen boodschappen doen, of een moestuintje aanleggen.
    In kookboeken kijken en zelf koken.

    Of maak een Bentobox zoals wij in ons boek Kookologie deden.

     

    Nog meer tips en suggesties? Laat weten!

    Is dit nuttig voor anderen? Stuur het door! Dank.


  20. Waar praat je over met kinderen?

    18 maart 2013 by cborggreve

    Heb je soms het gevoel dat je een eenzijdig gesprek voert met een kind, waarbij jij de vragen stelt en het kind het antwoord geeft? Je hebt niet het gevoel dat je een echt gesprek voert en zou dat wel willen.

    Ga dan eens na welk onderwerp je bij de kop hebt gepakt: volwassenen zijn meestal vooral geïnteresseerd in zaken als gezondheid, vrienden en schoolprestaties, terwijl kinderen vooral willen praten over vrije tijd, hobby’s, vriendschappen, dromen, fantasie en spelletjes.

    INTERESSANTE GESPREKSONDERWERPEN

    Jonge kinderen praten vooral over wat er nu aan de hand is en hebben niets te melden over normale gebeurtenissen van de dag ervoor. Dus de vraag “Wat heb je vanmorgen gegeten?” zal weinig gespreksstof opleveren.
    Maar wel gesprekken over of een plant pijn heeft als hij op de grond valt, hoe Zwarte Piet schoenen vult, of dinosaurussen het koud kunnen hebben, hoe iemand die zijn sleutel kwijt is die zou kunnen terugvinden, op welke plek de nieuwe televisie het best kan komen te staan.

    Met wat oudere kinderen kan je goed moppen tappen, raadsels opgeven. Fantaseren waar je naartoe zou kunnen gaan met de trein. Hoe een sprookjesbos er uitziet of hoe het zou zijn als je op de maan zou kunnen lopen.
    Hoe je geleefd zou hebben in de tijd van Napoleon of bij de Romeinen.

    GESCHIKTE GELEGENHEID

    De beste gesprekken vinden plaats in een vertrouwde, informele en prettige omgeving. Lekker op de bank met een kop thee, of samen spelend op de grond. Tijdens een autorit of een wandeling. Wat bij mijn zoon helpt is lekker zijn voeten masseren en dan kletsen. Of samen aan het fornuis.

    Daarom hieronder een favoriet recept uit mijn praktijk: alle kinderen zijn gek op dit recept van scones die je met jam en een klodder clotted cream, zure room of slagroom eet. Snel te maken en als het in de oven staat doen we ondertussen het kinderkwaliteitenspel of even lekker mindfulness voor kinderen.

    Scones (6 stuks)
    Nodig:

    225 gram bloem
    2 volle theelepels bakpoeder
    50 gram boter
    25 gram suiker
    snuf zout
    150 ml karnemelk

    Verwarm de oven voor op 225 C

    Doe bloem, bakpoeder, boter suiker en zout in een kom. Snijd de boter er met 2 messen door. Doe de karnemelk erbij en ga dan verder met je handen kneden tot je een bal hebt. Zorg dat alle boter er goed doorheen gekneed is!
    Doe in de vormpjes (cakevormpjes of een bakblik met sconesvormpjes) een bol deeg. Je hebt genoeg voor 6 vormpjes. Strijk ze glad.
    Laat ze in 15/20 minuten lichtbruin worden in de oven.

    MMMMMM!


  21. Echtscheiding en kinderen

    4 maart 2013 by cborggreve

    Scheiden is een pijnlijk proces en kan bij een kind tegenstrijdige gevoelens oproepen. Een kind kan rouwen maar ook opgelucht zijn dat de ruzies over zijn.

    In mijn praktijk merk ik dat het voor kinderen fijn is om met een onpartijdig iemand te praten over alles wat er rondom de scheiding gebeurt, over de gevoelens, het verdriet, maar ook over praktische zaken.

    Voor die kinderen gebruik ik het werkboek: Ik hoor bij jullie allebei. Werkboek voor echtscheidingskinderen (Riet Fiddelaers-Jaspers).
    Ze kunnen er hun gevoelens in kwijt, ze gaan samen met mij na wat er allemaal verandert en hoe dat voor hen is. Hoe ze met de situatie kunnen omgaan, wat ze met hun ouders willen bespreken en wat niet.
    We hebben het erover of en hoe het kind er met anderen over praat, welke gevoelens het heeft en dat het die gevoelens mag hebben en dat heel veel andere kinderen in dezelfde situatie die gevoelens hebben. Dat kan troost bieden. Al pratend, spelend, tekenend leert het kind met de situatie om te gaan en het rouwproces op een goede manier te doorlopen.

    Tips voor ouders:

    • Maak de omgangsregeling zo eenvoudig mogelijk: zo min mogelijk wisseldagen en zo vast mogelijke dagen. Zo weet een kind waar het aan toe is.
    • Vervoer de spullen van je kind zo mogelijk zelf.
    • Zorg voor voldoende basisspullen in elk huis (zodat je kind er niet zelf mee heen en weer moet sjouwen).
    • Leg je kind de situatie zo open mogelijk uit maar betrek het kind niet bij elk wissewasje.
    • Zorg voor een goede communicatie tussen jou en je ex. Doe dus niets via je kind en probeer ook niet te “vissen” bij je kind. Als er belangrijke dingen aan de hand zijn, zoals een nieuwe partner, communiceer dat altijd eerst met je ex!
    • Maak geen ruzie waar het kind bij is en praat niet negatief over de ander. Kinderen zijn altijd loyaal aan beide ouders en zo breng je ze in een moeilijke spagaat.
    • Geef je kind de tijd en de ruimte om te rouwen.
    • Zorg dat je kind iemand heeft met wie hij kan praten: een vertrouwenspersoon en een uitlaatklep. Dat kan bijvoorbeeld een grootouder zijn, een vriendje of vriendinnetje, een buurvrouw of een kindercoach.

    Heb je nog meer tips voor ouders of voor kindercoaches? Reageer dan in het vakje hieronder. Je reacties stel ik erg op prijs!

    Vind je dit handige tips voor ouders of kinderen in echtscheidingssituaties? Deel dit dan met anderen.


  22. 7 tips voor ouders van kinderen met faalangst

    20 februari 2013 by cborggreve

    Te hoge verwachtingen kunnen tot faalangst leiden –  te weinig uitdaging en overbescherming eveneens.

     Grof gezegd zijn er bij faalangst twee mogelijkheden: het kind blijft maar doorgaan (vechters) of het kind doet niets of weinig (vluchters).

    Help je kind:

    1. zelfvertrouwen te krijgen en reële eisen aan zichzelf te stellen.
    2. te ontspannen en te plannen: laat het een studeerschema maken met ontspanning ertussen (dus wissel leren af met sport, tv, kletsen).
    3. in te zien dat fouten maken bij het leven hoort en dat jij als ouder ook niet perfect bent.
    4. door niet te preken maar bijvoorbeeld te vragen: “hoe kunnen wij je helpen om aan je huiswerk te beginnen”. Of “hoe kunnen wij je helpen om te stoppen en vertrouwen te hebben?”

    Verder:

    5.  Onderzoek je eigen verwachtingen (faalangst is overdraagbaar): vind je diep vanbinnen dat je kind hetzelfde moet kunnen als jij of juist dingen moet waarmaken die je zelf nooit mocht?
    6.  Hoe erg is het als je kind blokkeert? Een vraag niet weet? Een onvoldoende voor een vak haalt? Zijn toets of examen niet haalt? Lager scoort op de Citotoets dan je verwachtte?
    7.  Help, maar ga het niet oplossen (de verantwoordelijkheid overnemen).

    Heb je meer tips? Ik ben blij met reacties in het veld hieronder.

    Ken je mensen in je omgeving met een kind met faalangst? Deel dit blog!


  23. Coachen en koken met kinderen.

    11 februari 2013 by cborggreve

     

    Sinds ik in het Kinderkookkafé met kinderen kookte, ben ik er nooit meer mee opgehouden. Met mijn eigen kinderen, met peuters en kleuters van het kinderdagverblijf waar ik een tijd werkte, met pubers en kinderen voor de kookboeken die ik (mede) samenstelde en nu in mijn kindercoachpraktijk.

    Wat is er nu zo leuk aan koken met kinderen?

    Je werkt samen en neemt elkaar en het product serieus.  Doe je dat niet dan mislukt het en dat vindt niemand fijn.
    Koken is een soort toveren: je gooit van alles bij elkaar en er komt iets nieuws uit tevoorschijn!
    Het is gezellig en naast elkaar aan het fornuis kom je tot leuke, ontroerende, gezellige en ontwapenende gesprekken.
    Je staat samen in de pan te roeren en ondertussen vertelt een kind dat ze thuis eigenlijk nooit samen eten omdat iedereen het altijd zo druk heeft.
    Of over opa die van poffertjes hield maar die nu overleden is. En altijd als het kind poffertjes ruikt moet het aan opa denken en wordt het verdrietig.
    Of gewoon hoe leuk het de vorige keer bij een vriendinnetje was toen ze samen koekjes bakten en al het deeg opaten.

    Niet elk kind heeft zin om te koken hoor!  En ik doe het niet standaard in elke coachingsessie.

    Maar het is een onnadrukkelijke manier om naast, in plaats van tegenover elkaar, in gesprek te raken. Net zoals spelletjes doen of tekenen, kleien, spelen, handpoppen e.d. allemaal dingen die je in de kindercoachpraktijk gebruikt en die ertoe bijdragen dat kindercoach zo’n geweldig vak is.

    Hieronder een favoriet coachrecept:

    goddelijke chocoladetaart

    200 gram pure chocolade (reep)
    200 gram roomboter
    200 gram suiker
    4 eieren
    2 eetlepels bloem
    zout

    springvorm van ± 20 cm

    Verwarm de oven voor op 180 °C.

    Neem een steelpannetje en zet het op heel laag vuur. Breek er de chocoladereep in en doe er de boter bij. Laat alles zachtjes smelten, terwijl je af en toe roert. Het mag absoluut niet aanbranden!

    Haal van het vuur en mix er de suiker goed door. Daarna de eieren en op het laatst de bloem en een snuf zout.

    Vet een springvorm in en bestrooi hem met een beetje bloem.

    Giet het chocolademengsel in de vorm. Zet hem 30 minuten in het midden van de oven. De taart moet van buiten knapperig zijn en van binnen lekker zacht.

    Maak hem voorzichtig los uit de springvorm.

    Je kan hem nog versieren (wij versierden hem met eetbare goudsnippers).

    Mmmmmm meer dan goddelijk!

    Heb je tips voor coachrecepten? Reageer dan hieronder.

    Ken je mensen die dit blog of recept mogelijk leuk vinden? Deel het!