Ronny de Rups helpt bij rouw

In mijn praktijk als kinder- en jongerencoach krijg ik regelmatig kinderen en jongeren die met de dood te maken hebben. Als er rouw is door de dood van een van de ouders, grootouders of van een broertje of zusje.

Belangrijk is dan dat er in de coaching een plaats komt voor de overledene: ik ken de naam, vraag een foto mee te nemen, en we praten over hoe hij of zij gestorven is. Soms blijft het daarbij en soms wordt het verwerken van het verlies onderdeel van de coaching.

Annet Wijers, rouwtherapeute, bracht me op het idee om bij rouw een rups te gebruiken.

Ronny de Rups; zijn lijf is opgebouwd uit verschillende segmenten: hard, zacht, prikkelig, glad, ruw. En nadat hij zich heeft ontpopt, wordt hij een prachtige vlinder. Ronny de rups als metafoor voor het leven van het kind: de ene dag is een “harde” dag, en de volgende “zacht”. De ene dag mis je de overledene, de andere dag kan je je vrolijk voelen en ben je met andere dingen bezig. In het begin zullen de dagen, weken en de gevoelens misschien hevig op en neer gaan, of naar binnen gericht zijn, na verloop van tijd kan het kind zonder angst of hevig verdriet denken aan de geliefde overledene. Dan kan het kind zich weer naar buiten richten en uiteindelijk uitvliegen als prachtige vlinder.

Een mooi verhaal dat er bij past is PIJN van Toon Tellegen uit het boek Misschien wisten zij alles.

Hoe maakte ik de rups?

Ik nam lapjes van 26 bij 8 cm Verschillend van kleur en van structuur en zachtheid.

Die naaide ik aan elkaar en daarna alles in de lengte aan elkaar. Die vulde ik met fiberfill.

Tussen de verschillende segmenten naaide ik bandjes in verschillende kleuren.

En knipte een groene lap voor de kop van 21 cm doorsnee.

Die vulde ik met fiberfill en naaide er voor de ogen twee rondjes over elkaar op en borduurde er een mond op.

En twee groene voelsprieten.

Een een knopje voor de staart.

Nadat ik kop en voelsprieten aan elkaar heb genaaid, naaide ik de kop en het staartje op het lijf. Klaar is Ronny de rups!


Geen reacties »

No comments yet.

Leave a comment

Charlotte Borggreve