Slaap kindje slaap….

Bijna alle ouders hebben ervaring met een kind dat praat in zijn slaap, heftig droomt, wandelt, niet in slaap wil vallen of niet doorslaapt. Dat klopt, want uit onderzoek blijkt dat van de kinderen van twee tot vijftien jaar 32% praat in de slaap, 31% nachtmerries heeft, 28% ’s nachts wakker wordt en 23% moeilijk in slaap valt.

 Waar kan een kind last van hebben en wat moet je doen?

1Het kind wil niet naar bed of heeft moeite met inslapen; bijvoorbeeld doordat het angstig is.

Leer het kind de angst voor de angst af met zelfkalmeringstechnieken zoals:

  • waar voelen ze de angst en wat voelen ze?
  • ontspanningstechnieken
  • aan prettige dingen denken
  • dapper denken: ik kan….zonder bang te zijn.
  • een totem te zoeken die zou kunnen helpen. Bijvoorbeeld Batman of een andere “held”.

2. Het kind wordt ’s nachts regelmatig wakker en slaapt niet door.

Slaap loopt een aantal cycli door die ongeveer 1,5 uur duren: de eerste twee cycli vormen de kernslaap: dan slaapt een kind het diepst. Tussen elke cycli komt een kort moment van bijna wakker zijn voor. Op die momenten is er kans dat het kind behoefte heeft aan contact; het kan zijn dat het lawaai hoort, of gedroomd heeft, of angstig wordt of gewoon behoefte aan een beetje troost of aandacht heeft.

Als een kind wakker wordt kan een ouder even bij het kind blijven, maar doe dat niet te lang en laat het licht uit zodat het kind weer snel in slaap kan vallen. Problemen kunnen daarom ook het beste in de slaapkamer van het kind opgelost worden.
Ouders kunnen het verhaal van kinderen beter niet bevestigen (door een monster onder het bed te gaan zoeken), want dan kunnen ze denken dat er echt iets reëels is om bang voor te zijn. Ze kunnen het kind wel vertellen dat het inbeelding is en dat ze aan fijne dingen moeten denken (zie hierboven).

Rond de leeftijd van 6 jaar kan een kind last van nachtmerries of akelige dromen hebben. Wacht even af met reageren, want vaak valt het kind gewoon weer in slaap. Doet het dat niet, geef dan troost, maar doe dat kort en blijf niet zitten totdat het kind in slaap valt.De ouders van kinderen die ’s nachts wakker worden en alleen in nabijheid van een ouder in slaap kunnen vallen, moeten leren de kinderen weer alleen in hun eigen bed te laten slapen. Dit kan door de kinderen meteen in hun eigen bed te leggen (en niet al in het ouderlijk bed) en daarna de aanwezigheid van de ouders langzaam af te bouwen.

Als een kind ‘s nachts om aandacht vraagt, probeer dat te negeren. Het kan helpen om een beloning te geven als het kind een nacht zonder problemen heeft doorgeslapen.

3. Het kind slaapt kort en is ’s morgens al vroeg wakker.

Het kan zijn dat het uitgeslapen wakker wordt en genoeg slaap heeft gehad: kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar hebben zo’n 10-12 uur slaap per nacht nodig.
Is het kind overdag moe, dan heeft het niet genoeg geslapen en dan geldt hetzelfde als bij 2: het kind is angstig, heeft dorst of aandacht nodig: troost maar hou het kort. En pas op dat het geen patroon wordt, dus leer het kind het zelf op te lossen door bijvoorbeeld een glas water naast het bed te zetten en uit te leggen dat het zelf weer in slaap kan vallen.

Wat kan je nog meer doen?

Zorg voor een goede “slaaphygiëne”:

  • Rustige, donkere, comfortabele kamer.
  • Vaste routine: tanden poetsen, verhaaltje en dan slapen op vaste tijd.
  • Regelmatige beweging overdag.
  • Niet te groot verschil tussen weekdagen en weekend (naar bed gaan en opstaan)
  • Vermijd: wild spel, spannende films, grote fysieke inspanning of honger, eten drinken en dutjes voor het slapen gaan.
  • Eenmaal in bed niet ingaan op verzoeken.
  • Geen apparaten als TV, computer, mobiel aan in de slaapkamer.

Als je je zorgen maakt over het slaapgedrag van je kind:

Slaapproblemen die frequent en voortdurend zijn en die samenhangen met andere problemen van het kind, zijn slaapstoornissen. Slaapproblemen die geen stress of problemen op school of in de omgang met anderen veroorzaken, worden niet gezien als slaapstoornis.

Mocht je hulp of advies willen, raadpleeg een coach of therapeut. In de bibliotheek of op internet is ook veel informatie te vinden. 

Ken je anderen voor wie dit handige informatie is? Stuur het door!

Heb je opmerkingen of aanvullingen, laat hieronder weten. Dank! 


Geen reacties »

No comments yet.

Leave a comment

Charlotte Borggreve